In twee klassen heb ik de vragenlijst over leraarsgedrag afgenomen. Het gaat om de klassen G22 en H4. G22 is een rustige 2 Gymnasiumklas, met gemotiveerde, nieuwsgierige en redelijk hard werkende leerlingen. H4 is een gezellige 4 Havo klas, met leerlingen met een NG-profiel, die gezelligheid vaak verkiezen boven hard werken, hoewel op de achtergrond bij de meeste leerlingen wel het besef aanwezig is dat het examen niet zichzelf maakt. Hieronder staan de uitkomsten van de vragenlijst, met een eigen analyse van de uitkomsten per sector.
Samenvatting van de resultaten
Sector | Gemiddelde | G22 | V4 |
BS - Leidend | 0.58 | 0.60 | 0.55 |
SB - Helpend/vriendelijk | 0.53 | 0.67 | 0.71 |
SO - Begrijpend | 0.59 | 0.75 | 0.75 |
OS - Ruimte gevend/-latend | 0.46 | 0.64 | 0.65 |
OT - Onzeker | 0.37 | 0.39 | 0.48 |
TO - Ontevreden | 0.39 | 0.12 | 0.20 |
TB - Corrigerend | 0.49 | 0.22 | 0.26 |
BT - Streng | 0.46 | 0.27 | 0.36 |
S-onderdelen gemiddeld | 0,54 | 0,67 | 0,67 |
B-onderdelen gemiddeld | 0,52 | 0,44 | 0,47 |
O-onderdelen gemiddeld | 0,45 | 0,48 | 0,52 |
T-onderdelen gemiddeld | 0,43 | 0,25 | 0,33 |
Globaal gezien scoren de leerling mijn relatief hoog in op de S-sectoren en relatief laag op de T-onderdelen. Dat sluit wel aan bij mijn idee dat ik vind dat leren een proces is dat je samen met leerlingen vormgeeft. Je hebt verschillende rollen als leerling en als docent, maar je hebt wel een gezamenlijk doel, en je hebt elkaar nodig om op het juiste pad te blijven.
Als we kijken naar verschillen tussen de O en B sectoren, dan zien we dat ik iets lager dan gemiddeld scoor op B-sectoren en iets hoger dan gemiddeld op de O-sectoren, hoewel de afwijkingen veel minder groot zijn dan op de S-T-as.
Samenvattend: ik scoor het hoogste in de sectoren SO en SB, en het laagste in de tegenoverliggende sectoren TO en TB. Het samenwerken met de klas is voor mij inderdaad erg belangrijk, en als het gaat om het onder of boven de klas staan zoek ik een gulden middenweg (de gemiddelde scores zijn vergelijkbaar), tussen de baas zijn in de klas, en de leerlingen zoveel mogelijk ruimte geven. Dit past mijns inziens goed in de filosofie van het Montessoriaanse onderwijs, en heeft als resultaat dat ik over het algemeen prettig les kan geven op deze school in het algemeen en in deze klassen in het bijzonder.
Volledige resultaten G22 (link)
Volledige resultaten V4 (link)
Uitgebreide analyse
Verschillen tussen sector scores zijn significant bij een verschil van
minimaal 0.10 punten.
BS - Leidend
In deze sector wijkt mijn score nauwelijks af van het gemiddelde. Zelfs het
verschil tussen onder- en bovenbouw is niet significant. Zelf kan ik me hier in
vinden: ik ben zeker niet autoritair, maar ik wil wel zelf het verloop van de
les bepalen. Je kunt het geven van een les aan een klas vergelijken met de reis
van een schip. De schipper bepaalt de koers, maar om die daadwerkelijk te varen,
moet hij wel kunnen vertrouwen op zijn bemanning, die tijdig de zeilen moeten
hijsen of het roer om moeten gooien. En zijn bemanning moet erop vertrouwen dat
de schipper hen naar de juiste bestemming brengt.
SB - Helpend/vriendelijk
Hier scoor ik in beide klassen significant boven het gemiddelde. Vertrouwen is
de basis van elke relatie, en bovendien leren leerlingen beter als ze weten dat
ze zich in een veilige omgeving bevinden (hoewel Maslow het allemaal wel erg
simpel voorstelde, is het natuurlijk waar dat als je je druk moet maken over
basale zaken, dat leren dan niet meer de hoogste aandacht heeft). Ik probeer
alle leerlingen het gevoel te geven dat ik er voor ze ben, en dat ze me elke
vraag mogen stellen die op hun lippen brand, als daar gelegenheid voor is. Ik
kan ook heel goed tegen grapjes en geintjes van leerlingen, als ze tenminste
niet zover gaan dat ze doelbewust mijn gezag proberen te ondermijnen.
SO - Begrijpend
Ook hier scoor ik flink hoger dan het gemiddelde. Ik geef leerlingen altijd de
kans hun kant van een zaak te laten zien, en pas mijn uitleg ook aan aan de
behoeften van de leerlingen. Ook op pedagogisch vlak kan ik goed met leerlingen
opschieten. Ik knoop op verloren momenten zoals in pauzes of na schooltijd voor
de school korte gesprekjes met ze aan, probeer ze aan te moedigen en interesse
te tonen in bijvoorbeeld hun hobby's of andere zaken die voor hen belangrijk
zijn.
OS - Ruimte gevend/latend
Wederom een relatief hoge score in deze sector. Ik kies er bewust voor om
leerlingen zoveel mogelijk ruimte te geven. Ik accepteer gedrag van leerlingen
naar mij toe, dat sommige van mijn collega's misschien niet zouden accepteren.
Ik laat leerlingen zoveel mogelijk zelf kiezen hoe ze leren, mits het voor mij
mogelijk blijft hun voortgang te volgen. Er zijn natuurlijk wel grenzen aan de
ruimte: er zijn schoolregels die duidelijk zijn en gehandhaafd worden, en zelf
heb ik een aantal aanvullende principes, waarvan de belangrijkste is dat een
leerling zich nooit zo mag gedragen dat het ten koste gaat van andere
leerlingen. Het van hun werk afhouden van medeleerlingen of het zoveel aandacht
vragen door druk gedrag dat ik geen tijd heb om leerlingen te helpen bij hun
werk zijn voorbeelden van gedrag dat niet acceptabel is. Maar een leerling die
tijdens het zelfwerken met een ander vak bezig is, leerlingen die bijvoorbeeld
iets moeten gaan kopiren of met de mentor gaan bespreken, dat zijn allemaal
zaken waar ik veel ruimte voor geef.
OT - Onzeker
Hierop scoor ik ietsje hoger dan gemiddeld, hoewel het in de tweede klas niet
significant te noemen is. Echt onzeker voel ik me nooit voor de klas, maar als
ik twijfel over iets of iets niet weer ben ik daar meestal wel heel open over
naar de klas. Ik probeer beslissingen waar mogelijk zoveel mogelijk samen met de
leerlingen te nemen, en dat kan er soms toe leiden dat het wat onduidelijk is
wat we nu afgesproken hebben (denk bijvoorbeeld aan de datum waarop een aantal
leerlingen een proefwerk gezamenlijk komt inhalen). Als ik het gevoel krijg dat
dat het geval is, probeer ik meestal op een later moment de uiteindelijk
afspraak nog een keer helder te krijgen, door deze bijvoorbeeld op het bord te
schrijven of de volgende les een stencil uit te delen met de afspraken erop. Ook
ben ik heel makkelijk in het toegeven van mijn eigen ongelijk, als ik
bijvoorbeeld een fout maak op het bord of bij de uitleg van een stukje lesstof.
TO - Ontevreden
Hierop scoor ik erg laag, en dat verbaast me best. Ik probeer soms best te laten
merken als ik echt niet tevreden ben, bijvoorbeeld met het resultaat van een
toets of de voorbereiding daarvan, of gewoon met het gedrag van de klas.
Kennelijk slaag ik er niet goed in mijn ontevredenheid over te brengen. Als
kanttekening hierbij moet ik opmerken dat ik over de beide onderzochte klassen
eigenlijk niet zo ontevreden ben: G22 werkt erg hard uit zichzelf, dus er is
weinig reden tot ontevredenheid, en in 4 HAVO, waar ik soms wel eens ontevreden
ben over de inspanningen, heerst een dermate ontspannen sfeer dat ik op een vrij
normaal niveau met de klas kan bespreken als ik een keer teleurgesteld ben in
hun resultaten, en dat heeft dan meestal ook wel tot effect dat ze zich in de
periode daarna iets harder gaan inspannen.
TB - Corrigerend
Ook op deze sector scoor ik erg laag. Ik probeer ongewenst gedrag zoveel
mogelijk te bestrijden door de leerling te laten inzien dat het gedrag voor hem-
of haarzelf nadelig kan zijn op de langere termijn. Het confronteren met de
gevolgen van het eigen gedrag werkt het zelf-corrigerend vermogen van een
leerling en een groep in de hand, waardoor het niet al te vaak nodig is
corrigerend op te treden.
BT - Streng
Ik scoor ook laag op de sector streng, en dat verbaast mij natuurlijk niet. In
mijn klassen is het altijd een beetje rumoerig, ik geef weinig centraal les en
laat de leerlingen veel zelf aan de slag. Ik zie vrij gemakkelijk kleine dingen
door de vingers, mits de basisregels niet in het geding komen. Als dat het geval
is spreek ik de leerling zoveel mogelijk aan op zijn verantwoordelijkheid, en ik
treedt pas streng op als ik geen ander mogelijkheid zie op korte termijn. Zelfs
in gevallen probeer ik later de leerling hierover te spreken, en uit te leggen
waarom ik zo gehandeld heb. Ik heb er behoefte aan dat leerlingen begrijpen
waarom ik handel zoals ik handel, en ik denk ook dat het pedagogisch belangrijk
is voor leerlingen om te snappen waarom bepaalde regels gehandhaafd moeten
worden, wat het belang van die regels is op de langere termijn. In de meeste
gevallen lukt dat ook redelijk.